reneekeijsers.reismee.nl

Sunsetting down to the end...

Lieve lezers,

Vanuit het airport in Atlanta even gauw onze laatste woorden. Internet is zo'n 10 dollar per uur, dus takkeduur. De laatste twee weken bestonden eigenlijk maar uit drie locaties. We hebben onze laatste hike gedaan in Huaraz, een fantastische hike naar bijna 5000 meter met als beloning op het einde van de hike een prachtig gletsjermeer. Op mijnverjaardag zijn we vrij technisch wezen rockclimben. Zo balen dat we in NL geen bergen hebben! Zou echt een hobby van ons kunnen zijn. Verder zijn we nog een dag in Trujillo geweest, waar niet veel te zien was behalve koloniale gebouwen... Het vissersdorpje Huanchaco was wel indrukwekkend, met haar 2000 jaar oude vissersbootjes.

De laatste week hebben we niet meer gedaan dan in het uiterste noorden, Mancora op het strand liggen. Drankje, duik, drankje, duik. De hostels zagen eruit als resorts en de zee, de zwembaden waren goddelijk. Een week lang een mooie relaxte afsluiting van de reis. De laatste zes weken meer tijd in nachtbussen doorgebracht dan in hostels, dus het was het verdiend.

De reis is over, het is gedaan. Met grote pijn in het hart heb ik Latijns-Amerika moeten verlaten, maar na bijna vijf maanden ben ik zoveel rijker dan toen ik wegging. Spiritueel, cultureel zoveel gezien. Het ging allemaal zo snel...

Ik vlieg kom morgen om 08.10 uur aan op Schiphol, vluchtnummer 838.

Kus,

Renee

Voor de nieuwste foto's van week 19 en 20zie www.picasaweb.google.nl/b.zegers
Die zijn zojuist vrijgegeven

Bereid je voor! Ik kom weer naar huis.

Op moment van schrijven zit ik al 2 dagen in het uiterste noorden van Peru te genieten van het zonnetje, strand en cocktails, waar we verblijven in een hostel dat er meer uitziet als een Grieks hotelletje. Lang niet gek dus. Het bijwerken van de weblog heeft even op zich laten wachten door ons drukke reisschema/falende pc´s onderweg. Ondertussen zijn we alweer 3 landen verder dan de vorige keer dat ik wat van me heb laten horen. Maar goed.. terug naar de pampas (Rurrenabaque) in het noorden van Bolivia.

Na de 18uur durende busrit langs enorm diepe kliffen over een onverhade weg, zijn we de ochtend van aankomst meteen overgestapt in een jeep die ons nog eens 4 uur lang vervoerde over een zowaar nóg slechtere weg. Als ik eraan terug denk krijg ik bijna weer pijn in mijn rug. Hierna werd het gelukkig allemaal beter, onze jeep werd verruild voor een bootje dat ons de komende 3 dagen over de rivier zou varen. Genietend in het zonnetje (eindelijk!!) was aan ons de zware taak om zoveel mogelijk wildlife te spotten. Dat ging ons aardig af want binnen de kortste keren kregen we tientallen verschillende vogels te zien, aapjes sprongen bij ons in de boot, alligators lagen op de loer op de oevers, schildpadden stapelden zich voor onze ogen op, carpivari´s (soort giga cavia´s) lagen in het gras en de rivierdolfijnen sprongen voor ons uit. Goed begin voor de eerste dag dus. Onze gids vond het erg grappig om eng dicht bij de krokodillen te komen voor goede foto´s. We verbleven in simpele houten hutjes waar de krokodillen praktisch voor de deur lagen. Maar dat was blijkbaar niet spannend genoeg; dag 2 gingen we gewapend met laarzen en insectrepellent het moeras in om op zoek te gaan naar een anaconda! En gelukkig hadden we die al snel gevonden en gevangen want de hitte was geen pretje. Volgens onze gids waren anaconda´s helemaal niet gevaarlijk (ze kunnen alleen maar alle botten in je lichaam breken als ze willen) maar dat zei hij ook over de krokodillen terwijl hij zelf 2 vingers miste. Hierna was het tijd voor de liefhebbers om met rivierdolfijnen te zwemmen (terwijl je de kroko´s op de kant zag liggen) mij niet gezien! Maar Bas was er na zijn Steve Irwin actie in Nicaragua van overtuigd geraakt dat hij ook met krokodillen kan worstelen en lag dus als eerste in het water. De activiteit die hierop volgde was meer voor mij weggelegd, we gingen op pirhañas vissen! Heb er zelf 2 gevangen en ook opgegeten! De avondactiviteit was rode krokodillenogen spotten en de gids had nog een babykroko gevangen en voor de grap ineens voor Bas zn neus gehangen (Bas sprong van schrik bijna uit de boot). Na de bitse heenweg met de bus kozen we op de terugweg voor de makkelijke optie namelijk het vliegtuig. Op het plaatselijke knollenveld stond inderdaad een vliegtuigje klaar om ons terug naar La paz te brengen. Het krakkemikkige vliegtuigjes steeg zowaar gewoon op en na 45minuten doodsangsten te hebben doorstaan landden we veilig in La Paz. Ik was heel blij dat we niet hoefden te landen op een knollenveld maar gewoon op een normale landingsbaan.

La Paz hadden we ondertussen wel gezien dus zsm zijn we weer een bus ingesprongen met ditmaal de bestemming Sucre. Sucre in de juridische hoofdstand van Sucre, is erg welvarend en staat voor met mooie (vooral witte) gebouwen. Door diarree aanvallen en dergelijke zijn we hier iets langer blijven plakken maar dat was gelukkig geen straf. Het volgende plaatsje in de planning was Potosi, beroemd om haar zilvermijn ´Cerro Rico´ (rijke berg). Potosi was door de enorme zilvervooraad voorheen één van de rijkste plaatsjes in Bolivia en de straten zouden bedekt zijn geweest met het zilver. Helaas is er tegenwoordig nauwelijks nog zilver te vinden waardoor de hele economie is ingestort en de meeste mensen straatarm zijn. De mijn is nog steeds actief alleen word er nu vooral gezocht naar mineralen. Gestoken in charmante mijnwerkers outfit inclusief helm met hoofdlamp gingen we eerst shoppen voor de mijnwerkers; frisdrank, coca bladeren en uiteraad dynamiet! Eten kopen had weinig zin, want dat doen de mijnwerkers niet als ze aan het werk zijn, aangezien ze denken dat dat slecht voor ze is ivm de gevaarlijke gassen. En dan te bedenken dat sommige mannen shifts draaien van 24 uur omdat de mijnen geen dag en nacht kennen. En toen was het voor ons ook tijd om de mijn in te duiken, soms kruipend op handen en voeten door de nauwe gangetjes zijn we afgedaald naar de 4e verdieping ondergronds (van de maarliefst 18!!) hier was het al superwarm en was het zuurstofgehalte ook flink gedaald. Ademhalen werd ook nog eens bemoeilijkt door andere gassen die in de lucht hingen. In 1,5 uur zijn we rondgeleid en hebben we de mijnwerkers ook echt aan het werk kunnen zien en met ze kunnen praten. Ik was opgelucht toen we hierna weer naar buiten mochten en adem konden halen. Het is echt nauwelijks voor te stellen dat sommige werkers dit werk al 30 jaar lang doen. De meeste jongens beginnen al op 14jarige leeftijd omdat ze geen andere keuze hebben. In Bolivia is dat ook illegaal maar het wordt niet gecontrolleerd. Op het einde van de trip werd door de gids als afsluitertje nog een enorme dynamietbom gemaakt. Nadat iedereen de brandende bom in zn handen had gehad (de lont was 1.5 min.) renden ze ermee weg naar een veilige plaats voor de ontploffing. En die was hard!! Ook bizar dat iedereen in Bolivia dynamiet kan kopen, gewoon op straat en gewoon willekeurig dingen op mag blazen.

Na deze indrukwekkende tocht hebben we ons meteen naar de volgende nachtbus moeten haasten terwijl we nog helemaal onder het stof zaten. Aangekomen in Uyuni konden we gelukkig een douche nemen in een hostel, hierna zouden we namelijk meteen door gaan naar de beroemde zoutvlaktes van Bolivia, de salar de Uyuni! In 3 dagen tijd zouden we ongeveer 2000km afleggen per jeep! Dit zegt wel iets over de omvang van het gebied. Na een kort bezoekje aan een treinkerkhof kwamen we al vrij snel aan op de enorm uitgestrekte zoutvlaktes. Over waar je keek was alleen maar wit zout te zien, helemaal vlak. Erg indrukwekkend aangezien de horizon gewoon bijna verloren lijkt te gaan. In het regenseizoen (nu dus niet) ligt er vaak een laagje wáter op het zout waardoor het lijkt alsof je over water kan lopen. De regenval kan er echter ook voor zorgen dat de wegen onbegaanbaar worden en dat je gewoon ergens vast kan komen te staan. Het zout van de salar wordt ook gebruik voor de normale zoutconsuptie en de vooraad schijnt onuitputtelijk te zijn omdat het steeds weer ´aangroeid´. Midden in de zoutvlaktes ligt een soort eilandje bestaande uit rotsen en cactussen, hoever je vanuit hier ook keek je zag alleen maar zout om je heen. Na het maken van de nodige foto´s lieten we het zout achter ons en gingen we weer verder naar ons verblijf voor de nacht, een heel simpele huisje maar gelukkig was het wel binnen want het zou koud worden; zo´n -20 tot -25 graden. Na weer een enorm lange autorit door de woestijn hebben we op de tweede dag verschillende laguna´s bezocht. De mooiste was laguna colorada, een meer dat door algen gedeeltelijk rood is gekleurd! Andere laguna´s waren vooral ook mooi door de flamingo´s die hier leefden. Dag 3 werden we belachelijk vroeg uit ons bed getrapt (was weer vreselijk koud!) omdat we nog veel verder moesten reizen. In het donker kwamen we aan bij geisers die je zelfs goed kan zien in de nacht, maar na 1 minuut kijken was iedereen al zo verkleumd dat we snel terug de auto in zijn gegaan. Hierna kwamen we aan bij een hotspring, nog steeds in het donker en de temperatuur was nog ver onder nul. Het warme water was erg verleidelijk maar het idee dat we er ook weer uit zou moeten weerhield ons ervan om erin te springen. Maar het dampende water zag er prachtig uit, vooral toen de zon net opkwam. Na wederom een flinke autorit zijn we net over de grens van Chili gedropt, weer een nieuw land (die eigenlijk nieteens op de planning stond). Het eerste plaatsje wat we aandeden was San Pedro de Atacama, een heel schattig (wel toeristisch) dorpje. Het eerste wat opviel was dat ze in Chili weer super goede wegen hadden, geen gehobbel meer in de bus dus! En het eerste wat enorm tegenviel waren de prijzen, Chili is dúúr! Helemaal wanneer je net uit het goedkope Bolivia komt. Ons idée bij Chili was vooral lekker goedkope wijntjes drinken, maar zelfs de wijn is niet heel goedkoop (gelukkig wel lekker). Financieel gezien was het dus het beste om niet teveel uit te voeren en hebben we alleen maar een tochtje gemaakt naar een enorme duin om de zonsondergang vanaf daar te bekijken. We zouden maar 6 daagjes in Chili blijven plakken dus we gingen snel door naar Iquique. Hier kwamen ergens midden in de nacht aan en het was vrij lasting om een hostel te vinden. Gelukkig kwamen we uiteindelijk aan in een van de mooiste hostels waar we zijn geweest. Hier mochten we de resterende nacht gratis op de bank tukken. Iquique is bekend omdat het een van de beste plaatsen ter wereld schijnt te zijn waar je kunt paragliden! Met de hulp van de lonely planet gingen we op zoek naar het beste paraglide adres van Iquique, deze fransman bleek alleen allang falliet te zijn. Zelf vertelde hij een verhaal dat hij werd geterroriseerd door de Italiaanse mafia en de plaatselijke bevolking, die niet zouden willen dat zijn zaak zou slagen. Beetje dubieus verhaal dus, maar hij kende gelukkig wel een Chilleen die nog wel een goed lopende zaak had. Zo gezegd zo gedaan, een afspraak werd gemaakt voor de volgende dag. En inderdaad we werden keurig netjes op tijd (waren we ook nog niet gewend uit alle andere landen) opgehaald uit ons hostel en naar de top van een berg gereden. Al snel werden onze pakken uitgedeeld en hoe kan het ook anders.. ik kreeg weer een of ander roze pak dat stamde uit de jaren 80 terwijl de rest gewoon een normale kreeg. Toen vervolgens bleek dat de rest van mijn outfit ook uit de jaren 80 kwam en mijn insturcteur als enige geen word Engels sprak (en het Chileens is nieteens Spaans te noemen, niet te verstaan!), kreeg ik het wel een beetje benauwd. Gelukkig ging alles goed en binnen een paar seconden werd ik door een windvlag al de lucht ingesleurd (ik hoefde nieteens zelf van de klif af te springen). Bas volgde een paar seconden later waardoor we leuk naar elkaar konden zwaaien en foto´s konden maken. Het is echt heel bijzonder om zo door de lucht te zweven zonder een enkel geluid. Het is ook helemaal niet eng meer als je eenmaal in de lucht zit. Na 20 minuutjes genieten van het uitzicht moesten we toch echt gaan landen. Ik landden heel soepel netjes op mijn benen op het strand, Bas landde gewoon totaal stijlloos op zijn billen in het zand haha.

Na een niet al te soepele reis kwamen we weer terug in Peru in Arequipa en meteen zaten we weer tussen de toeterende taxi´s en straatverkopers in. Na dagen van auto´s en bussen was het weer tijd voor iets actiefs en Bas wilde heel graag gaan raften. In het begin leek het mij echt helemaal niks, ik zag het al helemaal voor me dat ik uit de boot zou donderen en op een rots zou klappen. Na een hoop aandringen van Bas ben ik gezwicht en toch ook maar meegeaan in die rubberen boot. In het begin vond ik het al vrij eng (bleek slechts niveau I te zijn) en de tocht zou varieren van niveau I tot en met IV. Gelukkig kreeg ik al snel de smaak te pakken en ik moet toegeven dat het super leuk was en helemaal niet eng, weer een deel van mijn watervrees overwonnen! Na deze inspanning gingen we weer even cultureel doen ditmaal in het klooster Santa Catalina. Dit klooster is 400 jaar actief geweest en is slechts enkele jaren opengesteld voor bezoek. Het complex is enorm groot, kleurrijk en hangt vol met kunst. ´s Avonds zijn we culinair uit eten geweest, ofwel we wilden graag dé Peruaanse delicatesse Cuy (ofwel cavia) uitproberen. We waren al gewaarschuwd dat het er vrij luguber uit kon zien en jawel hoor, het beestje werd uiterst charmant met zijn pootjes omhoog opgediend. Ik vond het persoonlijk meer op rat lijken dan op cavia maar goed. Buiten het feit dat we ons stuk hebben gelachen om de verschijning, was de smaak helaas niet heel bijzonder, naar mijn mening smaakte het gewoon naar kip en er zit heel weinig vlees aan. Maar wel leuk om geprobeerd te hebben.

De volgende ochtend werden we op 4 uur ´s nachts opgepikt om de beginnen aan een 2-daagse hike in de Colca canyon. Een canyon die de op een na diepste ter wereld is en dus nog dieper is dan de Grand Canyon. Bijna zouden we een 3-daagse hike moeten doen omdat er wat mis was gegaan met de reservering maar gelukkig had Bas op tijd nog een keer gecheckt of alles wel goed was. Want voor 3 dagen hadden we helemaal geen tijd. We hadden een leuke jonge meid als gids die ons vanalles wist te vertellen over de planten. Dag 1 gingen we eerst op zoek naar Andische condors en we hadden geluk! Na een half uurtje in de leegte staren vlogen er ineens 4 of 5 condors over onze hoofden. Enorm grote beesten! Ze kunnen een spanwijdte krijgen van over de 4 meter! De beesten bleven maar rondvliegen dus na een tijdje moesten we helaas weg om aan de hike te beginnen. Deze dag was vooral naar beneden lopen, dus halverwege hadden mijn knietjes het weer zwaar maar aan het einde van de dag werden we beloond met een mooie plek, genaamd `de oase` waar we de nacht zouden verblijven, heerlijk verfrissend. Dag 2 zouden we 3,5 uur weer omhoog moeten hiken, maar Bas had een missie dus vond hij het nodig om het in 1,5 uur te doen en ik hobbelde er maar achteraan om een kwartiertje later aan te komen. Wederom werden we beloond met een heerlijk bad, ditmaal waren het thermale baden met een temperatuurtje rond de 39 graden. Heerlijk gebadderd dus.

Dit was een goede afsluiter want terug in Arequipa moesten we meteen de volgende bus weer in richting Ica om vanuit daar de taxi te pakken naar Huacachina, een oase midden in de woestijn. Het is niet meer dan een meertje omringd door een klein strookje groen en doorachter enorme zandduinen. Hier was het ook weer lekker warm en hadden alle hostels een zwembad! Het meertje was helaas te vies om in te zwemmen (locals dachten hier blijkbaar anders over). Hier hebben we dus heerlijk een dagje geluierd. De tweede dag zijn we ´s middags in een enorm scheurijzer gestapt om daarmee met enorme snelheden door de duinen te sjeezen, een achtbaan is er niks bij! Alle bestuurders rijden als gekken over die duinen heen en het is echt verbazingwekkend dat die dingen niet steeds crashen. We werden uiteindelijk naar een duinenpartij gebracht om daar te gaan sandboarden! Vergeleken met de autorit stelde het sandboaden weinig voor maar het was wel erg leuk. Op een soort van primitief snowboard kan je van de duinen afglijden en heb ik mijn eerste boardervaring opgedaan. Eigenlijk was het veel leuker om gewoon op je buik naar beneden te gaan want dan ging je veel harder. Op de weg terug kregen we te horen dat er weer een busstaking op komst was (daar zijn ze hier erg goed in) dus heel ons reisschema zou onzeker worden. Het is nooit zeker of een staking wel of niet doorgaat dus je moet altijd gokken wat het beste is om te doen. Wij wilden eigenlijk nog graag de Islas Ballistas bezoeken voordat we naar Lima zouden gaan om Charlotte en Maayke (2 jaarclubgenootjes) op te pikken van het vliegveld, maar dat hebben we laten schieten om sowieso op tijd te zijn en we wilden geen 3 dagen vast zitten in een of ander gat. We zijn dezelfde dag nog naar Lima toe gegaan. Hier hebben we even kort Bas zijn verjaardag ingeluid om het de volgende dag verder te vieren en vooral ´s avonds hebben we een mooi feestje gebouwd in het hostel.

De volgende dag zijn we naar het vliegveld gegaan om Charlotte en Maayke op te pikken, het was echt heel gek om 2 vriendinnetjes ineens te zien in Lima! Dan lijkt het ineens of je helemaal niet ver weg bent, maar gewoon in Utrecht. We hebben 2 heel gezellige dagjes gehad waarin we ook mijn verjaardag alvast hebben gevierd. In een soort van geupgrade snacktent hadden we meiden ineens slingers opgehangen en geregeld dat er taart met kaarsjes op tafel kwam. Vervolgens kreeg ik ook nog een verjaardagskaart van mijn jaarclub en ik voelde me helemaal jarig. De rest van de avond had Bas de eer om met drie blonde meiden op stap te gaan, top avond gehad!

Nu komt helaas het einde van onze reis echt al in zicht, we hebben nog maar 6 daagjes over. De rest van ons verhaal zal ik tijdens onze reis terug vertellen aangezien we ongeveer 9 uur moeten wachten op het vliegveld in Atlanta. Ik kom 23 juli om 08.10uur ´s ochtends waarschijnlijk helemaal gebroken en chagrijnig weer aan op schiphol. Vanaf 1 augustus ben ik pas weer bereikbaar op mijn oude telefoonummer tot die tijd kunnen jullie me thuis even bereiken op 0631260271.

Tot veel te snel!

Liefs Renee

N.B. Voor onze nieuwste foto`s van week 16,17,18 zie onze fotolog op www.picasaweb.google.nl/b.zegers

N.B. II Als jullie nog zin hebben om Bas zijn literaire schrijfstijl te bewonderen, lees dan vooral baszegers.reismee.nl

Genekt door de hoogte.

Na een enerverende reis van 13uur van La Paz naar Sucre in de nachtbus (die ik vakkundig heb ondergebraakt en dus weinig heb geslapen) leek het Bas wel een goed idee om vandaag de weblog weer eens bij te gaan werken. Aangezien ik ook de flauwste niet ben volgt hier een poging om de afgelopen weken weer zo goed mogelijk te beschrijven.

Na ons Machu Picchu avontuur was er weinig tijd om uit te rusten want we wilden zsm doorreizen naar Puno, een stad aan het Titicaca meer. Puno zelf was helaas niet veel soeps, maar vanuit hier worden tripjes georganiseerd naar verschillende eilandgroepen in het meer die zeker wel de moeite waard zijn. Wij kozen voor een 2-daagse tocht waarbij we eerst een bezoekje gingen brengen aan 2 van de vele floating islands die op het meer drijven. De hele tour was onder leiding van onze gids Bruno die ik door zijn irritante manier van doen en praten al na 5 minuten graag van de boot had afgeflikkerd. De floating islands zijn volledig gemaakt van riet, heel bijzonder. Niet alleen de grond bestaat uit gevlochten en gestapeld riet maar ook alle huizen, boten en eigenlijk alles wat de eilanders gebruiken is gemaakt van riet. Alle eilandjes zijn superklein en worden vaak bewoond door slechts 1 of 2 families. Voor mij is het echt onvoorstelbaar dat die gezinnen daar echt leven, aangezien er verder helemaal niks is en het daar ´s nachts echt veraaderlijk koud kan worden. Na een boottochtje te hebben gemaakt op één van de imposante gevlochten boten was het tijd om door te varen naar het volgende eiland, Amantani. Tijdens de boottochten werd het wel duidelijk dat het Titicaca meer echt enorm groot is, iets wat je vanuit Puno helemaal niet kon zien. Op Amantani aangekomen werden we ondergebracht bij een lokale familie. Leuk aan dit eiland is dat de vrouwen nog allemaal in traditionele kleding lopen (mannen ietsje minder maar soms ook). We hadden geluk want op deze dag was er toevallig een groot festival bezig waar we de hele bevolking mooi uitgedost en feestend aantroffen. Niks is beter dan rustig op een muurtje met een biertje het feestgedruis te bekijken. Helaas werd mijn momentje van genot goed verstoord door Bas die het nodig vond om per ongeluk de hele muur onder mij vandaan te laten storten (de stenen lagen gewoon los op elkaar gestapeld). Ook hebben we kennis mogen maken met de lokale keuken, die vooral bestaat uit aardappelen in allerlei soorten en maten. ´s Avonds werden ook wij in traditionele kleding gehesen om met de locals het feest voort te zetten, zo werd het in ider geval gebracht. Helaas was het feest puur bedoeld voor de toeristen wat een beetje jammer was. Maar toch hebben we ons goed vermaakt en wat meegekregen van de locale muziek en dansen. De volgende dag zijn we verdergegaan naar een volgend eiland; Taquile, ook heel mooi. Vanuit hier had je een prachtig uitzicht op de met sneeuwbedekte toppen van de bergen in Bolivia.

Dus na deze trip was het voor ons hoogtijd om door te gaan naar Bolivia! De eerste Boliviaanse bestemming was Copacabana, helaas een andere dan van het liedje maar toch ook heel leuk. De grensovergang ging wederom zonder problemen, het enige nadeel was dat er in Copacabana geen ATM zit en we dus alleen onze laatse Peruaanse soles konden omwisselen voor Bolivianos. Gelukkig is Bolivia spot goedkoop dus we zouden het wel redden met ons geld. Het zonnetje scheen heerlijk dus leek het ons een goed plan om met 2 medereizigers (Greg en Hideki) een roeibootje te huren om langs de kustlijn van het Titicaca meer te roeien. Helaas waren we geen van allen gezegend met een roeitalent waardoor we vooral rondjes hebben gedraaid in de baai, maar vermakelijk was het zeker. ´s Avonds hebben we nog genoten van de sunset vanaf het uitkijkpunt boven op een berg naast het stadje. Na de eilandtripjes in Peru hadden we nog niet genoeg dus wilden we ook naar Isla del Sol gaan. De ochtend van vertrek keek Bas hoeveel geld we nog hadden voor de dag, wat bleek; er zaten alleen nog maar valse briefjes in de portemonnee! Ze waren nieteens goed vervalst! We hebben nog steeds geen idee waar ze nou precies vandaan zijn gekomen aangezien we normaal altijd goed het geld checken dat we krijgen. Daar zaten ze dan zonder geld en zonder pin, op zulke momenten is het heel fijn om met andere mensen te reizen die je uit de brand kunnen helpen. Greg en Hideki hebben ons de dag door kunnen helpen. Samen zijn we naar Isla del Sol gegaan, het mooiste eiland in Titicaca. We hebben daar in ruim 3 uur het eiland overgewandeld en de inca ruïnes bekeken. We kregen hier wel weer te maken met Boliviaanse oplichterij. We wisten dat we op 2 plaatsen een soort van tax moesten betalen en dat waren er ineens 3 geworden, maar goed wie van de 3 is nep.. gelukkig ging het om een miniscuul bedrag, maar toch! Was wel een heerlijk dagje.

De bustickets naar La Paz hadden we gelukkig al gekocht dus dezelfde middag zijn we meteen doorgereisd om onze financiën op orde te stellen. We waren door andere reizigers een beetje bang gemaakt voor La Paz omdat het 1 van de gevaarlijkste hoofdsteden ter wereld schijnt te zijn en heel wat reizigers zijn daar beroofd van al hun spullen. Hierdoor werden mijn lichtelijk paranoie trekjes aangewakkerd maar dit bleek helemaal niet nodig te zijn. In mijn ervaring is La Paz een hele leuke en gezellige stad, maar voor de zekerheid hebben we ´s avonds altijd een taxi genomen. Eigenlijk zijn we veel langer in La Paz gebleven dan de planning was omdat we vanuit hier heel veel andere uitstapjes konden regelen en toevallig tegen een enorm groot festival aanliepen. Verder is Bas ook nog een nacht heel ziek geworden (20 keer in 1 nacht overgegeven) waardoor we nog een dagje langer moesten blijven.

Het festival is een halfjaarlijks festijn waarbij door de bewoners alles uit de kast wordt getrokken om een zo mooie mogelijk kostuum te dragen tijdens de parade. Massa´s mensen lopen hierin mee en je vraagt je echt af waar ze het geld vandaan halen voor deze kostuums aangezien Bolivia het armste land is van Zuid Amerika. Op het rimte van de live muziek worden traditionele dansen opgevoerd, een prachtig gezicht! De meeste meiden lopen de hele dag (de parade duurt van 9uur ´s ochtends tot 11 uur ´s avonds) op enorm hoge hakken. Ik was heel blij dat we als echt toeristen gewoon op onze luie reet op een stoeltje aan de kant zaten (beste plaatsen!). Op dezelfde dag zijn we ´s avonds nog naar een voetbalwedstrijd geweest van Bolivia tegen Venezuela. Heel leuk sfeertje, helaas verloor Bolivia wel. Al met een een top dag.

Éen van de leukste plaatsjes in La Paz vond ik de markjes (witch market) vol goedkope spulletjes, waardoor Bas 2 dagen lang gedwongen met mij moest gaan shoppen haha. Buiten alleen souvenirs kan je er ook de meest rare dingen kopen zoals foetussen van lama´s en allerlei vreemde dode vogels. Dit alles heeft te maken met het sterke bijgeloof van de Bolivianen. Zo zou het voorspoed brengen wanneer je een babylamafoetus onder je drempel begraaft.

Een van de uitstapjes was een mountainbike tocht over ´the worlds most dangerous road´ ookwel deathroad genoemd. De tocht is alleen downhill van 4500m naar 1500m, en je gaat over een dirtroad langs enorm diepe afgronden. De weg dankt zijn naam aan alle mensen die daar van de kliffen zijn gestort voornamelijk door onvoorzichtige bestuurder van auto´s en bussen. Tegenwoordig is er een nieuwe weg geopend waardoor er op de deathroad niet meer zoveel verkeer is en er dus ook een stuk minder doden vallen. Een hele geruststelling maar een week voor ons was er nog wel een engelse jongen een klif in gestort. Maar goed wij hebben de weg zonder kleerscheuren afgelegd en hebben genoten van de prachtige uitzichten! Aan het einde van de fietstocht kwamen we aan bij een plaatst waar ze dieren opvangen, hier hebben we de middag nog met aapjes doorgebracht. We zijn nog een dagje blijven plakken in Coroico om daarna weer terug te gaan naar La Paz. Het besef dat het einde van de reis vlot nadert drong al zeer snel tot ons door waardoor we ineens een planning hebben gemaakt van wat we wanneer nog willen doen in Bolivia. Bij één touragency hebben wevervoglens alles geboekt wat nog in de planning stond.

Plan 1 was het beklimmen van de Huanya Potosi, een berg van 6088m hoog die voor onervaren klimmers toegankelijk is. Omdat het daar stervenskoud zou gaan worden hebben we onze slag geslagen op de black market en extra thermo ondergoed, sokken, handschoenen en leggings ingeslagen. Op de eerste dag zijn we naar de voet van de berg gereden waar we op een gletsjer training kregen in ijsklimmen. Volledig in sneeuwoutfit hebben we leren omgaan met onze crampons (sneeuwschoenen met ijzeren punten om een berg omhoog te kunnen lopen) en ijsbijlen. Was echt super leuk om te doen. In het begin liep ik een beetje te stuntelen maar uiteindelijk kwam ik toch ook bovenaan de wand. De volgende dag hebben we met volle bepakking (ruim 15kg) van het low camp naar het high camp (5100m) moeten hiken. Tijdens deze toch moest je met rugzak en al over losliggende stenen lopen en rotsen beklimmen, af en toe best wel eng. Uiteindelijk helemaal veilig aangekomen op ons kamp net onder de sneeuwgrens. Op dat moment trokken we de hoogte nog heel goed en hadden we nog flink wat energie over om met de gidsen te gaan rotsbeklimmen voor de lol. De gidsen zijn echt een soort aapjes die ongezekerd wanden omhoogklimmen waar ik me echt niet vast kan houden. Gelukkig hadden ze voor ons een wat makkelijker stukje rots uitgezocht en veilig gezekerd hebben we ook mogen klimmen, super leuk! Om half 1 ´s nachts werden we gewekt worden om in het donker met slechts het licht van je headlamp de laatste en meest zware 6 uur naar de top af te leggen. Toen ik opstond voelde ik me al helemaal niet lekker, ik was hartstikke misselijk, de hoogte had me toch echt te pakken gekregen. Maar ik wilde me niet laten kennen dus vol goede moed vertrokken we dan toch goed warm ingepakt (5lagen kleding) richting de top, een beetje misselijkheid kon geen kwaad dacht ik. Met zn tweeen zit je met een touw vastgebonden aan een gids en samen ga je stapvoetsgewijs de stijle berg op op je crampons. Iedere stap die we hoger kwamen voelde ik me beroerder en beroerder en de gids raadde me al snel aan om naar beneden te gaan. Eigenwijs als ik ben ben ik toch gewoon doorgegaan alleen moest Bas bij een andere groep aan een touw omdat ik langzamer ging. Uiteindelijk begreep ik waarom de gids tegen me zei dat het echt beter was om terug te gaan, je komt helemaal niet meer over je hoogteziekte heen als je het eenmaal te pakken hebt, het wordt alleen maar erger. Uiteindelijk viel ik gewoon om de 4 stappen op de grond en was ik continu aan het kokhalsen. Ik kon het maar slecht verdragen dat mijn lichaam het gewoon niet aankon om verder te gaan, maar ik moest (onder lichte dwang) echt terug naar beneden. Ik kan er nog steeds slecht tegen dat ik gewoon de top niet heb weten te bereiken, maar ik heb wel de 5700m gehaald. De rest van de dag heb ik me nog hondsberoerd gevoeld en had ik echt een probleem met mijn evenwicht. Bas heeft het wel weten te redden tot de top, maar voor hem was het ook niet makkelijk. Het scheen echt superzwaar te zijn en ijs en ijs koud. Hoe hoger je komt hoe minder zuurstof er is en hoe moeilijker het wordt. Op de foto´s is ook goed te zien hoe heel zijn gezicht is bevroren en op dit moment (1,5week later) heeft hij nog steeds niet al het gevoel in zijn tenen terug. Niet mis dus. Maar goed, hij heeft het wel gehaald en de zonopgang kunnen zien vanaf de top (ben ik ondanks zijn tenen toch erg jaloers op).

Nadat we waren bijgekomen van dit avontuur hebben we meteen de bus gepakt naar warmere oorden. Na een hobbelige busrit van 18uur kwamen we aan in de pamas van Rurrenabaque. De temperatuur was hier een heel stuk aangenamer; van dik onder het vriespunt kwamen we in een heerlijke 25graden en een zonnetje terecht. Ben ik toch meer voor gemaakt. Maar hierover vertel ik de volgende keer meer!

Op dit moment zitten we in Sucre,wat verder in het zuiden en over een dag gaan we naar Potosi om daar de zilvermijnen in te duiken. Ik hou jullie op de hoogte! Sorry trouwens als het wat langer duurt voordat mailtjes ed worden beantwoord maar we hebben ons reisschema iets aangescherpt om het optimale uit onze laatste vijf weken te halen. Ze worden nog steeds even gewaardeerd!

Tot snel,

Liefs Renee

ps: voor Bas zijn verhaal zie http://www.baszegers.reismee.nl/

ps2: voor de nieuwe foto´s zie http://picasaweb.google.nl/b.zegers

Cultuurshock tijdens The Inca Trail

Na de overgang van Nicaragua naar Costa Rica dacht ik alles op het gebied van cultuurshock wel meegemaakt te hebben, nou mooi niet! Na maanden te hebben geleefd als doorgewinterde backpacker in hostels werd ik ineens uit mijn vertrouwde wereldje gerukt en door reisorganisatie GAP in een 3- sterrenhotel gezet in Lima. Dit was het begin van het georganiseerde deel van onze reis; de Inca trail. Zodra we in Peru aankwamen werd ons vermoeden eigenlijk al bevestigd dat we veel te veel hebben betaald en dat het ook onzin is dat je perse de trail maanden vantevoren moet boeken. Maar goed, al doende leert men. Toen we vervolgens bij de briefing slechts met zn tweetjes zaten zag ik het somber in. Gelukkig werden we snel getroost met een Pisco sour, de lokale cocktail. Mede reizigers hadden ons verteld dat dit hét ideale seizoen bij uitstek was om de trail te gaan hiken aangezien het aantal Amerikanen nu drastisch lager lag dan anders (en omdat het regenseizoen voorbij was). De volgende ochtend bleek onze groep te bestaan uit 11 Amerikanen, 1 Brit, Bas en ik en onze gids Silver, beetje beangstigend maar al snel bleek dat we een erg gezellige groep hadden. De 11 Amerikanen bleken heel leuk te zijn en dat in combinatie met de droge humor van een Brit maakte het feest compleet. Vanaf moment 1 was alles perfect geregeld, we werden opgepikt in een belachelijk luxe touringcar om ons naar het vliegveld richting Cuzco te vervoeren. We hadden al vaak gehoord en gelezen dat we op moesten passen voor ´sorochji´ ofwel hoogteziekte, aangezien wij van het laaggelegen Lima ineens naar 3400m zouden stijgen. De remidie was het slikken van sorochji pillen, fanatiek gaan kauwen op coca bladeren of het drinken van coca thee. Aangezien ik geen pillenfan ben ben ik maar wat kopjes thee weg gaan werken en toen bleek dat ik nergens last van had heb ik het daar ook maar bij gelaten. In Cuzco werden we weer in het volgende 3 sterren hotel geplaatst om onze lichamen zo goed mogelijk te laten rusten voor we aan de traditionele Inca trail zouden beginnen. Cuzco staat bekend als de oude Inca hoofdstad en heeft dan ook een zeer rijk aanbod aan prachtige architectuur, cultuur en traditie. Het straatbeeld wordt vooral bepaald door de vrouwen die in traditionele kleding lopen wat vaak gecombineerd wordt met het dragen van een felgekleurde doek op hun rug waar ze meestal een kind in dragen of gewoon een heleboel spullen. Cuzco is ook de stad bij uitstek om alle leuke mutsen, wanten, sjaals, poncho´s en sokken aan te schaffen aangezien de temperatuur daar ´s avonds al kon dalen tot tegen het vriespunt, hier hebben we uiteraard goed gebuik van gemaakt. Na een dagje shoppen en acclimatiseren was het tijd om te vertrekken (met luxe bus) richting de Sacred Valley. Onderweg zijn we langs verschillende Inca ruines gereden, oa Saqsaywamán (sexy woman), een enorm Inca complex. Ook hebben we een bezoekje gebracht aan een kleine gemeenschap waar we met eigen ogen konden zien hoe de vrouwen de Peruaanse handwerken maakten. De meeste kleding wordt gemaakt van Lama wol (van origine voor de armen) en Alpaca wol ( voor de rijken) en voor het echte fijne werk wordt gebruik gemaakt van baby Alpaca. Het hele proces van spinnen, verven, weven en breien hebben we mogen aanschouwen. De mensen leven hier in simpele hutjes gemaakt van een soort kleistenen met rieten daken. Nadat ze ons de nodige handwerkjes hadden aangesmeerd ging de tocht verder naar Pisco waar we kennis mochten maken met de eerste imposante ruines. Hier bleek al gauw de voorliefde van onze gids Silver voor de Inca cultuur en vanaf dit moment heeft hij ons geboeid met alle historie en inns en outs over de Inca´s. Na al deze informatie was het tijd voor bier, Inca bier welteverstaan. Het traditionele Inca bier wordt gewonnen uit mais heet chicha bier. Bij een vrouwtje thuis kregen we wat uitleg en mochten we zelf gaan proeven, lang niet slecht! Nadat we genoeg bier op hadden was het tijd voor een oud Peruaans spel (metalen schijven naar een kikker gooien) en konden we naar de cavia´s zwaaien die hier genuttigd worden als een delicatesse. Helaas hebben wij nog niet de kans gehad om dit zelf te proeven maar die gaat zeker nog komen. Wel hebben we de zelfde dag nog kennis mogen maken met de echte Peruaanse keuken. In de vorm van een enorm buffet konden we kiezen uit alle vreemde (en minder vreemde) dingen die voor ons bereid waren. Hoofdbestanddelen van de meeste gerechten zijn verschillende soorten aardappelen (sommige zien eruit als afgestorven vingertjes) en verschillende soorten mais (van de gele die wij kennen tot zwarte mais). Eind van de middag kwammen we dan eindelijk aan in het pitoreske Ollantaytambo in de Sacred Valley.Ollantaytambo is bekend om zijn ruines die het best bewaarde voorbeeld zijn van de stedelijke inrichting van de Inca´s. Het bestaat uit enorme terrassen die dienden voor de stevigheid van de hogergelegen forten en waarop de landbouw plaatsvond. Toen we naar boven waren geklomen en uitkeken over het stadje konden we zien dat Ollantaytambo is gebouwd in de vorm van een Lama, een van de vele bijzondere facetten van de Inca cultuur (zo is Cuzco gebouwd in de vorm van een Puma). De Inca religie had alles te maken met de natuur, zo werden de bergen, de zon en moeder aarde geëerd als goden en waren dieren als de lama, de puma en de slang zeer belangrijk, dit was steeds terug te vinden in alles wat ze deden en bouwden. Het is heel bijzonder om te zien hoe geavanceerd de Inca´s alles hebben gebouwd en hoeveel ze hebben weten te bouwen in een zeer kort tijdsbestek (slechts 100 jaar). Ik zou graag alle details met jullie hierover delen maar daarvoor moet je het denk ik toch echt zelf gaan bewonderen, anders komt het totaal niet over.

Na werderom heerlijk geslapen te hebben in een klein hotelletje was het tijd om echt actief te gaan hiken. De Inca trail begon iets buiten Ollantaytambo en het feit dat wij de traditionele Inca trail gingen lopen wilde niet alleen zeggen dat het duurde was maar ook dat het een van de meest zware tochten is die je kan lopen. Buiten ons (14 personen en gids) waren er maar liefst 22 porters (dragers) mee om al onze persoonlijke spullen te dragen (6kg pp bagage), tenten, stoelen, tafels, eten noem maar op. Iedere porter had ongeveer 25 kg op zn rug en bij de start renden ze ons op hun sandaaltjes keihard voorbij om voor ons de lunch te bereiden en het kamp op te bouwen, op dat moment voelde ik me al ontzettend gegeneerd dat we gewoon ons eigen personeel hadden. Voordat we begonnen vertelde Silver (de gids) dat de boeren bezig waren met het organiseren van een opstand tegen de regering voor de privatisering van het water, lang verhaal, maar om het kort te houden betekende dat dat als de opstand door zou gaan wij op de laatste dag niet terug zouden kunnen naar Cuzco omdat ze het spoor zouden blokkeren. Niemand kon het met zekerheid zeggen of het nu wel of niet zou gebeuren maar omdat we de problemen voor wilden zijn werd besloten om de hike wat te versnellen, dit betekende voor dag 1 dat we ipv 11 km 16 km mochten hiken. De tocht zou relatief vlak zijn deze dag. Gelukkig boften we ontzettend met onze groep en hadden we niemand die niet fit was, waardoor we lekker door konden stomen. Onderweg heb ik echt genoten van de prachtige panorama´s, het is echt onbeschrijfelijk hoe mooi het daar is. Af en toe kom je ook wat lama´s of ezeltjes tegen op je pad voor de afwisseling. Bij de lunch werd het me pas echt duidelijk wat de porters allemaal voor ons deden. Bij aankomst op de lunchplek was er een eettent opgezet met tafels en stoelen waar onze uitgebreide 3-gangen lunch werd geserveerd. Voordat we mochten aanvallen stond er voor iedereen apart een wasteiltje klaar met warm water en zeep om je op te frissen. Het eten was echt fantastisch lekker echt onvoorstelbaar dat ze dat boven op een berg voor je klaar staan te maken. Op dag 1 hebben we wederom een aantal mooie Inca ruines mogen bezichtigen maar hiervoor verwijs ik door naar de foto´s waar Bas al een uitgebreide beschrijving bij heeft gevoegd. Toen de 16 km erop zaten kwamen we aan in ons volledig geinstalleerde kamp en werden we verwend met snacks (popcorn en toastjes) om de energie weer wat op te schroeven. Zodra de zon onder ging koelde het heel rap af en heb ik practisch al mn kleren over elkaar heen aangetrokken. Het was dan ook heerlijk toen het volgende warme 3-gangen diner voor ons klaarstond. Vlot na het eten gingen we naar onze eigen tent om te slapen aangezien alle porter buiten in de kou aan het wachten waren tot wij de tent zouden verlaten en zij zich daar konden installeren voor de nacht. De eerste nacht heb ik liggen klappertanden van de kou in mn slaapzakje en dacht ik echt dat ik last had van aanstelleritits doordat ik zo verwend was door de Midden- Amerika temperaturen. Ik heb echt nauwelijks een oog dichtgedaan en toen we gewekt werden met een koffie/thee/choco- service op bed deed het me goed te horen dat het -15 graden was geweest die nacht en ik me dus toch niet zo had aangesteld. Na wederom een stevig ontbijt werd de toch voortgezet en omdat er nog steeds niets bekend was over de opstand was het plan voor deze dag wederom zo´n 16 km. De 2e dag van de hike zou de zwaarste worden omdat we het steile pad naar Warmiwañusca (Dead woman´s pass) zouden gaan beklimmen. De top hiervan ligt op 4198m boven zeeniveau en is het hoogste punt van de hele Inca trail. Het leek me wel een goed idee om de dag te beginnen met de rugzak van een porter op mijn rug (en hij de mijne) na slechts enkele minuten heb ik het echter al op moeten geven omdat het gewoon te zwaar was. Echt bizar dat sommige porters d 50 al gepasseerd zijn. Onze groep deed het wederom verbazingwekkend goed op dit stuk en we zijn verschillende andere groepen keihard voorbij gelopen. Vooral Bas had de smaak te pakken, hij zag er wel een uitdaging in om de porters in te halen en bereikte uiteindelijk als allereerste van de dag samen met 1 porter de top. Zelf deed ik het ook lang niet slecht en bereikte als eerste vrouw van de dag de top (ben gewoon net niet zo streverig als Bas ;)). Wat wel grappig was was dat je op ieder belangrijk punt werd onthaald met applaus van de porters, dat geeft de burger weer moed. Na deze klim moesten we eerst een stuk naar beneden denderen om vervolgens de volgende piek weer te beklimmen, ditmaal een kleinere op 3998m hoogte. Het naar beneden gaan was weer een goede aanslag op onze knieën maar gelukkig had ik ditmaal een hikingpole tot mijn beschikking die de grootste klappen opving. Vanaf de top had je een prachtig uitzicht op met sneeuw bedekte toppen in de verte, zo mooi! Na een stevige hike kwamen we aan op de mooiste kampeerplek van de hele trail (waar we normaal dus niet zouden slapen), vanwaar we de meeste prachtige uitzichten hadden en konden genieten van de zonsondergang en vervolgens van een sterrenhemel die nog mooier was dan op Corn Islands. Deze nacht liep de temperatuur wederom terug richting het vriespunt, maar het was lang niet zo koud als de eerste nacht. Na de sunset waren we ook wel benieuwd naar de sunrise dus om 5.30uur ging de wekker en zijn we nog een paar 100m naar de top geklommen. Binnen een paar minuten waren ook hier de porters verschenen om ditmaal koffieservice te leveren boven op de berg, waarom ook niet.

Bij het ontbijt kregen we te horen dat de strike toch niet door zou gaan en dat we dus extra tijd over hadden. Silver wilde ons meenemen over een ´pad´ dat nauwelijks wordt genomen door toeristen en zou leiden naar inca ruines die nog niet waren blootgelegd en dus nog totaal begroeid waren. Om vervolgens zowel aan het eind van de middag als de volgende ochtend Machu Picchu te bezoeken. Met lichte spierpijn begonnen we met deze dag, Dead woman´s pass had toch een beetje haar tol geeist. Het smalle pad moest steeds vrijgemaakt worden van begroeiing maar wat was het de moeite waard zeg! Toen we na een flinke tocht bijna bij de lunch aankwamen kwam er een porter naar ons toegerend met de mededeling dat de opstand tóch door zou gaan. Lekker wispelturig allemaal, maar dit betekende dat we ineens als een dolle op moesten gaan schieten en als een speer richting Machu Picchu moesten gaan om nog dezelfde dag te vertrekken terug naar Cuzco. Na nog zo´n 1,5 uur kwamen we aan bij the Sun Gate, vanaf hier konden we voor het eerst Machu Picchu zien! Wat een prachtig zicht! Stiekem doe je het hier eigenlijk voor. Er was weinig tijd voor foto´s omdat we door moesten om Machu Picchu echt te bezoeken.

Machu Picchu is zowel de beste als de minst bekende Inca ruine. Het wordt in geen enkel geschrift van de Spaanse conquistadoren teruggevonden omdat het één van de weinige plaatsen was die ze niet hadden gevonden en tot op de dag van vandaag kan er alleen maar gespeculeerd worden over haar functie. Alle andere plaatsen die wel zijn gevonden zijn gedeeltelijk verwoest en zijn allemaal goed gerappoteerd. Een ding is zeker en dat is dat Machu Picchu zeer belangrijk moest zijn geweest voor de Inca´s. De lokale Quechua boeren in de omgeving wisten al honderden jaren over het bestaan van de Inca stad maar pas in 1911 werd de stad ontdekt door de Amerikaanse historicus Hiram Bingham. Vanaf toen is de wildbegroeide stad vrijgemaakt en opgebouwd, maar nog steeds zijn er veel vragen onbeantwoord gebleven.

Helaas hadden we relatief weinig tijd om het enorme Inca complex te bekijken, maar door de wederom fantastische verhalen van onze gids hebben we er een heel goed beeld van kunnen vormen. Graag had ik nog de kleinere berg achter Machu Picchu willen bezoeken (Waynu Picchu) maar dat kom helaas niet meer. De bus stond op ons te wachten en we moesten door naar Aguas Calientes waar de porters nog eenmaal een maaltijd voor ons hadden bereid in een restaurant. Hierna zouden we de trein pakken terug naar Cusco maar ivm de staking was het trein verkeer al aardig ontregeld en moesten we 3uur wachten op onze trein. Gelukkig was onze groep echt heel gezellig en hebben we onze trip afgesloten door een feestje te bouwen op het station en hebben we de totale drankvooraad er doorheen geholpen. Uiteindelijk kwamen we helemaal gesloopt midden in de nacht aan bij ons hotel. Omdat we de trail en het extra deel (totaal ongeveer 50km) in 3 dagen hadden gelopen ipv 4 hadden we de volgende dag nog een hotel overnachting tegoed voordat we terug moesten gaan naar de goedkope hostels. Deze dag hebben we vreselijke spierpijn gehad maar gelukkig duurde het deze keer niet zo lang als na het beklimmen van de Chirripo in Costa Rica. Eerst baalden we er wel een beetje van dat we een dag minder hadden om te kamperen in de bergen, maar toen we later hoorden van anderen dat hun bus was bekogeld met stenen waren we toch wel blij. En stiekem waren we ook wel trots op onze prestatie want 50km hiken in de bergen is toch niet niks.

Voordat we met de tocht begonnen was ik bang dat het één lange stroom van toeristen zou worden (zoals ook gevraag in de reacties), gelukkig was dit helemaal niet zo. Op de kampeerplaatsen zag je wel dat er veel mensen onderweg waren maar ik denk dat ook het tempo van onze groep ermee te maken heeft gehad dat we bijna niemand tegen kwamen tijdens de tocht. Iedere dag van de tocht hebben we ook verschillende ruines bezocht, deze heb ik niet beschreven maar zijn ook bij de foto´s te zien. In het begin geneerde ik me echt voor de luxe van ons kampement, maar gelukkig hoorden we later dat onze tour nog één van de minst luxe was en dat het nog veel belachelijker kan. Het is echt moeilijk om te beschrijven hoe mooi deze tocht is geweest en hoe interessant de ruines en de vehalen erachter, ik kan alleen zeggen dat het voor mij echt het hoogtepunt van mijn reis tot nu toe is. Voor meer geschiedenis over de Inca´s verwijs ik jullie graag door naar Bas zn site, wnt op dit moment vriezen mn vingers er weer bijna af dus het is tijd om te stoppen!

Liefs, Renee

ps: voor Bas zijn verhaal +extra historie zie http://www.baszegers.reismee.nl/

ps2: voor de nieuwe foto´s zie http://picasaweb.google.nl/b.zegers

Bye Bye Central America

Hola amigos!

Allereerst wil ik even iets rechtzetten speciaal voor Marleen; Panama city is niet mooi om zijn shoppingmalls en wolkenkrabbers, maar vooral omdat het een mooie combinatie is van mooie oude en moderne architectuur, cultuur en het gewoon een leuke sfeer heeft, wat ik meestal mis in de grote steden hier. Uiteraard moet ik toegeven dat het ook wel leuk was om door een hypermoderne shoppingmall te slenteren in ons reiskloffie en op slippertjes door te dure winkels te lopen.

Maar na al deze luxe zijn we gewoon weer verder gegaan op de culturele toer en hebben we Portobello met een bezoekje vereerd. Portobello is een enorme trekpleister voor zowel toeristen als pelgrims, door haar ruines van oude vestingen en door de wereldberoemde Christo Negro (zware Christus). Toen wij er waren was het echter nagenoeg uitgestorven en werden we bijna vreemd aangekeken door de locals. Het enige goedkope hostel dat in de Lonely Planet stond vermeld zijn we na een blik binnen te hebben geworpen weer snel onvlucht. Gelukkig kwamen we na wat rondvragen terecht in een hostel in aanbouw waar ze een leuk aapje en een grote papegaai als huisdieren hadden. De volgende dag hebben we een bezoekje gebracht aan de ruines van een vesting en ineens kwamen er bussen vol met (vooral Amerikaanse) toeristen aanzetten om ook een bliksembezoekje te brengen, het hele terrein stroomde vol met hawaii blousen, witte sportsokken en enorme camera´s. Tijd voor ons dus om weg te wezen en in de bus naar la Guiara te springen, om daar een bootje te pakken naar Isla Grande. Isla Grande is normaal de vluchthaven voor de drukke en rijke inwoners van Panama City maar op het moment dat wij er waren was het ook totaal uitgestorven. Het eiland zelf was heel mooi en hebben er rondgewandeld, maar de volgende dag zijn we maar gelijk doorgegaan naar de volgende bestemming; Colon. In onze gids en in het hostel waren we al goed gewaarschuwd voor de gevaren van Colon, maar om de mooste sluizen van het Panama kanaal te bezichtiging heb je geen andere keuze dan toch daar uit te stappen. Zodra we uit de bus stapten kwamen er weer eens 2 agenten op ons afstappen met de vraag wat we daar kwamen doen. Vervolgens hebben zij een taxi voor ons aangehouden waarvan meteen het nummer werd genoteerd en onze plaats van bestemming, beetje angstaanjagend vond ik het wel. We hebben ons eerst naar de haven laten vervoeren omdat we hadden gehoord dat je soms gratis mee kan varen op een zeilboot door het Panama kanaal wanneer je ze helpt met het doorvoeren (de kleinste bootjes betalen ongeveer 100 dollar om te mogen passeren). Helaas waren we totaal op de verkeerde plaats dus zijn toch maar doorgegaan naar de Gatun locks, de grootste en meest indrukwekkende van de 3 grote sluizen die het kanaal rijk is. We kwamen daar precies op het moment dat de boten door de sluis gingen, perfecte timing dus. 2 enorme tankers zouden passeren, met slechts 30 cm ruimte aan beide zijden, knap staaltje trek, duw en stuurwerk dus. Bij de Gatun locks stijgen de schepen ongeveer 25m om het verschil tussen de zee en het meer te compenseren. Wij konden precies zien hoe de sluisdeuren sloten, het water werd binnengelaten en de schepen omhoog kwamen. Terug moesten we weer via Colon dus we hebben maar snel de eerste bus gepakt richting Panama City.

Onze laatste dagen in Panama hebben we gesleten op playa Santa Clara (lekker strand dagje) en zijn nog 2 dagen naar El Valle gegaan. El Valle is een heel leuk bergdorpje waar echt vanalles te doen en te zien is. Wij hadden helaas niet de tijd om alles te doen maar hebben wel een bezoekje kunnen brengen aan de zoo. Hoewel het leuker is om ze in het wild te spotten was het wel een mooie kans om ze eens van dichtbij te bekijken. De tweede dag hebben we mountainbikes gehuurd en zijn gaan wandelen in een bos waar vierkante bomen groeien, de hoeveelheid vierkanten bomen viel een beetje tegen (2) maar je moet zo toch een keer gezien hebben als je de kans hebt. Hierna zijn we doorgefietst naar een waterval, helaas de verkeerde bleek later maar ach. Het maakte niet heel veel uit want na een half uurtje begon het keihard te stortregenen en binnen een paar seconden waren we nat tot op ons ondergoed. Helaas was ook heel mijn dagrukzak kleddernat en is mijn halve dagboek uitgelopen. Nog steeds drijf zijn we weer terug gegaan met het busje naar Panama City.

Toen zat het er toch echt op voor ons in Panama en in heel Midden Amerika. We zouden met het vleigtuig richting Zuid Amerika vliegen. Keurig op tijd kwamen we aan op het vliegveld en daar kregen we te horen dat onze vlucht overboekt was en dat wij dus geen stoelen hadden en of we onze tickets wilden omboeken naar de vlucht die een uur laten zou vertrekken. Beetje balen maar geen ramp natuurlijk. Vervolgens werden we omgeroepen door de airportspeakers of we ons aub wilden gaan melden bij de gate; bleken er dus wel geoneg stoelen te zijn! Omdat we onze tickets hadden omgeboekt moesten we uiteindelijk toch nog een uur wachten. Maar goed na een beetje vertraging kwamen dan toch echt aan in Peru! Vanaf het moment dat we het vliegtuig uitstapten was het treurige gevoel dat we Midden Amerika hadden verlaten totaal verdwenen! Prachtig land en een zeer rijke cultuur! Weer totaal iets anders dan we tot nu toe hadden gezien. Wat de grootste verandering was (voor mij een behoorlijke shock) was de temperatuur. Voor het eerst had ik het gewoon koud en heb ik in een lange broek en een trui gelopen! Panama City is ook echt een mooie stad, met heel veel mooie architectuur en interessante musea. We hebben al een mooie stadswandeling gemaakt en bezoekjes gebracht aan verschillende kerken en musea om meer te weten te komen over de verschillende beschavingen die dit land gekend heeft, de Inca´s zijn hier slechts een heel klein onderdeeltje van. Overal in Peru word je weer gewaarschuwd dat je voorzichtig moet zijn in verband met berovingen. Dit betekent voor ons dus opletten de we in een officiele taxi stappen, deuren op slot, ramen dicht en gewoon niet teveel meenemen. Tot nu toe nog geen problemen gehad dus hopen dat het zo blijft.

Op dit moment zit ik in een internet café in het pitoreske Ollotaytambo van waar we morgen gaan starten met de Incatrail! Ik heb er super veel zin in maar hierover volgende keer meer want het is tijd om ons klaar te maken voor morgen!

Hasta luego!

Liefs Renee

ps; er staan ook weer nieuwe foto´s op onze fotosite! www.picasaweb.google.nl/b.zegers

en kijk voor Bas zijn verhaal op baszegers.reismee.nl

Na regen komt zonneschijn

Na mijn vorige weblog verhaal zouden we linea recta vertrekken naar de zonnige Caribische eilanden van Bocas del Toro. Na een reis van 6 uur kwamen we daar ´s avonds aan toen het al donker begon te worden. Na een hapje eten zijn we op tijd naar bed gegaan om de volgende dag meteen te kunnen genieten van de Caribische stranden en de zon. Dikke vette desillusie! De volgende ochtend was de start van een week aaneengesloten regen, regen en nog eens regen! Het regenseizoen was zojuist die week begonnen en het ging iets minder geleidelijk dan ik had verwacht. Ik speelde even met de gedachte om gewoon in mn bed te blijven liggen en daar niet meer uit te komen, maar gelukkig heb ik me er snel overheen gezet en hebben we ondanks de regen ons hartstikke vermaakt. We zijn de tijd door gekomen door in het café te hangen, koninginnenach goed te vieren met een clubje Nederlanders en adoptiegevallen, om vervolgens uitgenodigd te worden door iemand om koninginnedag op een resort te komen vieren. Zo gezegd zo gedaan, de volgende ochtend stonden we met een clubje van 15 ´Nederlanders´, uitgedost in het oranje of rood-wit-blauw, te wachen op een bootje dat ons op zou komen halen. De boot bracht ons naar Red Frog Beach op het nabijgelgen Bastimentos eiland. Hier werden we ontvangen op een resort in aanbouw waar we de hele dag gratis gebruik mochten maken van het strand, hun huis, de pooltafel en de jacuzzi. Gezien de regen hebben we vooral de dag in de jacuzzi doorgebracht en om het af te maken kwamen de eigenaars steeds weer een nieuwe lading brengen met kokosnoten vol met rum. Al met al een dolle boel dus. Het koninginnedagnieuws vanuit Nederland had ons op de dag zelf al bereikt, maar ondanks het feit dat we allemaal een beetje geschokt waren heeft dat onze dag niet mogen verpesten. De dag erna zijn we zodra het even droog was toch weer met het bootje naar Bastimentos eiland gegaan ditmaal om een bezoekje te brengen aan Wizzard beach. Het klonk heel makkelijk, gewoon even 1.2 km naar het strand lopen, maar het eindigde in een smerrige modderpartij. Het hele ´pad´ was zo modderig dat je er echt niet op je slippers kon lopen (denk zelfs nieteens met hike schoenen) en we moesten onze weg vervolgen op onze blote pootjes. We zakten steeds tot onze enkels in de slijmerige modder, ontzettend vies gevoel om de modder tussen je tenen door te voelen kruipen. En om het nog even iets smeriger te maken moesten we daarna een modderpoel door vol met afval (lees oa poepluiers die her en der verspreid lagen). Ik denk dat dit serieus een van de smerigste dingen is die ik ooit heb gedaan. Na deze toer kwamen we eindelijk aan op wizzard beach en hebben we de enige zonnestraaltjes van de week meegepakt (een heel uur). Vervolgens kwamen we een agent tegen die ons doodleuk vertelde dat op dat modderpad regelmatig (de dag ervoor nog) mensen worden overvallen met machettes en dat we maar beter de boot terug konden pakken.

Na dagen van regen was het echt tijd voor iets anders en zijn we op de weg terug naar David gestopt bij de Lost en Found ecolodge, een hostel dat gebouwd is midden in een tropisch bos en waar je 10 minuten voor omhoog moet klauteren. Om dat ding te bouwen hebben ze dus ieder steentje omhoog moeten sjouwen, en ook de koelkast en de tafelvoetbaltafel bijvoorbeeld, echt bizar wat een werkt dat moet zijn. Het hostel was onverwacht van alle gemaken voorzien; warme douche!, tv met enorm dvd aanbod, voetbaltafel en een koelkast waar je alles wat je wilde uit mocht pakken. Het plan was om hier weer wat te gaan hiken en natuur te zien, maar uiteraard regende het hier ook pijpstelen en hebben we bijna een heel seizoen van lost gekeken hihi. Gelukkig konden we wel van het natuurschoon genieten om het hostel heen en de dieren (o.a. wasberen en kinkajoo´s) kwamen ´s avonds gewoon over het balkon lopen om eten te jatten. Overdag waren er vooral veel mooie vogels (toecans en kolibries). Verder hadden ze ook de kinkajoo Rocky als huisdier waarmee je kon spelen. Hij kwam steeds over je hoofd lopen, begon aan je oren te knabbelen en probeerde ook steeds in je neus te bijten, heel grappig.

Toen we de regen echt beu waren hebben we de nachtbus gepakt naar Panama City, daar aangekomen hebben we de bus gepakt naar het oude centrum. Toen we de bus uitstapten kwamen er meteen twee agenten naar ons toe om ons te begeleiden naar een hostel, aangezien we perongeluk in het gevaarlijkste deel van de stad waren uitgestapt oeps.. Panama City is echt de mooitse hoofdstad van Midden Amerika, met enorme wolkenkrabbers en gigantische shoppingmalls. We hebben al heel cultureel gedaan door de oude stadsruïnes te bezoeken in Panama Viejo. Aangezien het scherm van mijn camera het had begeven zijn we naar de grootste en modernste shoppingmall gegaan; Allbrook. We hebben echt onze ogen uitgekeken en liepen op onze slippertjes tussen alle fancy winkels vol met luxe producten. Uiteindelijk heb ik ook nog een leuk cameraatje weten te scoren voor een mooie prijs.

Het was al snel weer tijd om nog maar eens een poging te wagen aan de Caribische kust, dit maal was de bestemming de San Blas eilanden! Bijna iedereen kent de plaatjes wel van een lichtblauwe, parelwitte stranden met hier en daar een palmboom, nou daar waren wij dus! De San Blas eilanden bestaan uit ongeveer 400 honderd eilandjes varierend in grootte, de grootste loop je ongeveer in 10 minuten omheen en de kleinste bestaat uit een stukje zand met slechts één palmboom. Wij verbleven op één van de grootste; Carti. Carti is het drukst bevolkte eiland, bewoond door het Kuna Yala volk. De Kuna Yala, kortweg ook gewoon de Kuna´s genoemd, zijn een vrijgevochten inheems volk die onafhankelijk van Panama bestaan. De grootste bron van inkomsten is tegenwoordig het toerisme maar dat neemt gelukkig weinig weg van de charme van het volk. De Kuna´s hebben een hele interressante historie, met veel bijzondere tradities en gebruiken. Ik zou jullie graag alles willen vertellen wat ze mij hebben verteld maar dan zou dit verhaal echt veel te lang worden. Kortweg komt het erop neer dat ze echt alles in een hangmat doen, ze worden er in geboren en in begraven. Verder zijn de meeste Kuna vrouwen nog steeds traditioneel gekleed, zie hiervoor de foto´s. De Kuna vrouwen houden zich bijna de hele dag bezig met het maken van mola´s, traditionele handgestikte doeken in de meest vrolijke kleuren. Met de grote mola´s zijn ze ongeveer 3 maanden bezig. Wij verbleven tussen de Kuna gemeenschap in een leuk bamboehutje op het dichtbevolkte eiland. Iedere dag werden we meegenomen op dagtripjes naar de meest paradijselijke eilandjes, waar we gelukkig weer vol hebben genoten van de zon. Het is niet de bedoeling dat je zomaar foto´s maakt van de Kuna´s, je moet altijd eerst toestemming vragen en soms vragen ze er een dollar voor. Gelukkig had onze familie er niet zoveel problemen mee. Op de tweede avond werd er door de jongens en meisjes van Carti een traditionele dans opgevoerd. Uiteraard puur toeristisch, maar daardoor niet minder leuk. Dag 3 werden we wakker van de donder en de lucht zag er heel donker en dreigend uit, in alle haast zijn we vertrokken naar het vaste land. Daar aangekomen klaarde het eigenlijk al vrij snel op en besloten we dus toch nog maar een dagje te blijven en met het bootje terug te gaan. De Kuna familie waar we verbleven lachte zich slap toen we weer terugkwamen. Deze dag was iets minder zonnig dus zijn we ´s ochtends naar het Kuna museum gekanood om alles uitgelegd te krijgen over de Kuna geschiedenis en ´s middigs zijn we toch nog een laatste bezoekje gaan brengen aan een eilandje. Daarna was het helaas echt tijd om afscheid te nemen.

Ondertussen zitten we weer in Panama City (heel jammer dat we steeds terug moeten om andere steden te bereiken) en ben ik al bezig met mijn derde paar slippers. Vandaag zijn we officieel op de helft van onze trip en de tijd vliegt nog steeds voorbij en over een weekje vliegen we alweer naar Peru. Ik vind het nog steeds heel leuk om al jullie mailtjes te ontvangen en op de hoogte te blijven van alles wat jullie daar uitspoken, bedankt! Ik hou jullie weer zo snel mogelijk op de hoogte van alles wat ik hier doe!

Dikke kus

Renee

ps: voor Bas zijn briljante schrijfstijl zie baszegers.reismee.nl

ps2: voor alle foto´s zie www.picasaweb.google.nl/b.zegers

I´m still alive!

Met lichte tegenzin zit ik nu vroeg in de ochtend in het veel te koude (airco) internetcafe omdat ik weet dat ik eigenlijk weer veel te veel te vertellen heb. Maar ja.. het is mijn eigen schuld dat ik weer zo lang niks heb getypt dus ik zal proberen om alle gebeurtenissen van de afgelopen weken weer naar boven te halen en bij voorbaat bied ik alvast mijn excuses aan voor de lengte. De laatste keer dat ik wat had laten horenkwamen we net van Ometepe af (in Nicaragua), ondertussen hebben Costa Rica al gepasseerd en zitten we al 2 dagen in Panama! Korte samenvatting van al het onderstaande; het gaat goed en we vermaken ons prima!

Maar dus terug naar Isla de Ometepe, heteiland in het Nicaraguameer dat bestaat uit twee vulkanen; de grote Concepcion vulkaan en de iets kleienere Maderas. Het eiland is genomineerd voor een plaats tussen de wereldwonderen en dat is niet voor niks want het is prachtig! Hier verbleven we in een oude koffiefarm, finca Magdalena, die was omgebouwd tot hostel en waar we een prachtig uitzicht hadden op de Maderas vulkaan en alle mooie natuur er omheen. Op 2 minuten afstand zaten de howlermonkeys in de bomen die ons ´s ochtends vroeg al wekten met hun gebrul. Na het luizenleventje dat we op de Corn Islands hadden geleefd was het weer tijd voor wat actiefs dus hadden we met een clubje medereizigers het plan om mountainbikes te huren en naar een waterval te hiken. Als echte Nederlandse fietsfanaten dachten we vooral wel goed te zijn in het mountainbike deel, maar helaas waren door ons platte landje niet zo gewend om continu berg op te crossen op een weg die die naam eigenlijk nieteens mag dragen. Het was wel heel leuk, keiheard bikkelen en vooral stenen ontwijken. Na 1,5 uur vol in de zon te hebben gefietst mochten we nog een uur omhoog naar de waterval hiken, daar aangekomen was ik gesloopt en is er niks lekkerder dan een douche nemen onder de koude waterval. De weg terug was ook nog behoorlijk pittig maar we hebben het overleefd! De volgende dag was het tijd om onze vermoeide beentjes te laten rusten in Ojo de agua , een meertje dat steeds wordt aangevuld door water uit de vulkaan. Hier hebben we lekker tussen de mineralen gedobberd! Hier waren we zo van bijgekomen dat het weer begon te kriebelen om te hiken en zijn we naar het kratermeervan de Maderas vulkaan gegaan. Ditzou sowieso al een hele onderneming worden maar aangezien het de vorige avond keihard had geregend washet goed zwaar. Na 4,5 uur hiken in de glibberige modder zaten we van top tot teen onder de blubber maar waren we wel bij het kratermeer aangekomen! Het water zag er na al het zware werk erg verlijdelijk uit, vol goede moed liep ik het water in om een duik te nemen, om vervolgens tot mn middel in de modder te zakken! Heerlijk verfrissend dus! De weg naar de top zou nog 4 uur duren dus die konden we helaas niet meer halen. De weg terug moesten we van boom tot boom glijden en ik ben maar 3 keer onderuit gegaan dus dat viel best mee. Helaas ben ik de dagen hierna goed ziek geweest (kotsen en aan de diarree) en was het tijd om richting Costa Rica te vertrekken.

´S nachts gingen we met de ferry van Ometeppe naar San Carlos (10 uur)en mochten we weer eens overnachten op een stalen dek, even leek het erop dat door de harde wind het hele dek onder water zou lopen maar het plekje dat wij hadden bemachtigd bleef wonderbaarlijk genoeg droog. We werden vergezeld door Carla, een brabantse meid die we al op de finca hadden ontmoet en haar plan voor de komende dagen was hetzelfde dus hebben we gezellig samen gereisd. Wat betekende dat Bas door 2 brabanders werd geterroriseerd met platte uitspraken en Brabantse humor, heerlijk!

We zijn meteen doorgegaan naar Costa Rica om te voorkomen dat we ergens vast zouden komen te zitten door de semana santa (de heilige feestweek voor pasen). Hier kregen we een ontzettende cultuurshock te verwerekn. Zodra we met ons bootje op het vaste land aankwamen stonden er rijen met dikke auto´s en grote reclameborden voor pizzaria´s. Vervolgens gingen we met een bizar luxe touringcar richting la Fortuna om vervolgens in een hostel te komen met een warme(!!) douche. In la Fortuna hadden ze ineens enorm grote winkels waar je zelfs Nederlandse kaas kon kopen (niet gedaan te duur) en alles maar dan ook echt alles was gericht op toeristen. Buiten het hele verschil in toeristencultuur was het land zelf ook totaal anders, ik was meteen onder de indruk van de prachtige natuur van Costa Rica en de bustochtjes waren dan ook stuk voor stuk genieten. We moesten niet alleen wennen aan alle ververvelende Amerikanen (goddank is het laagseizoen) maar ook weer aan een totaal andere munteenheid; de colones. We hebben in la Fortuna een uitstapje gemaakt naar de actieve Arenal vulkaan om de lava naar beneden te zien stromen. Costa Rica is zo duur geworden door al het toerisme dat het plan was om zo min mogelijk tijd te verspillen en vlot door het land heen te gaan. Daarom zijn we de volgende dag meteen met een jeep-boot-jeep tocht doorgestoomd naar Monteverde waar we in de vroege ochtend een bezoek hebben gebracht aan ons eerste cloud forest, ontzettend mooi (zie de foto´s!), en aan de naastgelegen kolibri tuin. Echt bizar, die beestjes kunnen tot 1000x per minuut met hun vleugels slaan en 150km/uur vliegen!! ´S avonds gingen we op pad met onze zaklanp in het bos voor een nighthike, maar helaas werd deze hike geterroriseerd door 2 irritante kinderen en was er niet heel veel nachtleven te spotten, gelukkig wel een tarantula, een vosje en wat kikkers en kevers. Ondertussen was de semana santa in volle gang, wat voor ons betekende dat openbaar vervoer nauwelijks reed en je nergens alcohol kon kopen of drinken (heel bizarre feesten hebben ze hier). Na een weekje was het al tijd om afscheid te nemen van Carla (ze moest snel door naar Panama) en stond ik er weer alleen voor om Bas het leven zuur te maken.

Montzezuma was ons volgende station. Hier hebben we tussen de hippie´s genoten van het zon, zee (hoge golven!) en strand. Pasen hebben we doorgebracht bij een heel mooie waterval waar je heel goed kon zwemmen. Nadat we hier wat nieuwe energie op hadden gedaan werd het tijd voor onze masterhike! We zijn afgereisd naar San Gerardo de General om vanuit hier de Cerro Chirripo te beklimmen. Chirripo is de hoogste berg van Midden Amerika (3820m) en wij wilden vol goede moed de volgende dag met de hike beginnen en deze klus als ervaren hikers in 2 dagen klaren. Toen we bij het rangerstation aankwamen kregen we te horen dat het misschien beter was als we er 3 dagen over zouden doen, maar eigenwijs als we zijn en ivm onze strakke reisplanning besloten we het toch in 2 te proberen. In het hostel aangekomen sprak Bas met iemand die net terug kwam van de tocht en hem echt afraade om de klim in 2 dagen te doen met een meisje, ik denk dat dat de doorslag heeft gegeven om het vooral wel in 2 dagen te doen. Tijd om onze uitrusting te regelen en tassen te pakken! Dit kwam neer op een tas van ongeveer 8kg met slaapzak, kookpitje, warme kleren en eten en drinken voor 2 dagen. Om half 5 ´s ochtends werden we opgepikt met een auto om naar het begin van de berg vervoerd te worden en jawel hoor, toen we bijna bij de berg waren bedacht Bas zich ineens dat hij zijn lange broek en schone ondergoed was vergeten. Dit betekende dus weer een taxi ritje op en neer (ja ik kon m wel schoppen op dat moment) en een uur later dan gepland begonnen we aan onze tocht. Het doel van de eerste dag was om 15km af te leggen tot de Crestones base lodge waar we konden overnachten. De hike was ongeloofelijk mooi en we passeerden echt verschillende stukken bos, rain forest, cloudforest en ook een stuk dat ooit verwoest was door een bosbrand. Dit maakte het echt goed dat de weg naar boven zo zwaar was, vooral in het midden en op het einde moesten we twee heel steile stukken passeren. Na 6 uur en 45 minuten kwamen we aan, heel trots op onze eerste prestatie en we hadden zelfs wat mensen ingehaald. Hier hadden we de rest van de middag tijd om bij te komen en ons prakkie te koken. Om 8uur was het bedtijd en de wekker ging weer om 5 uur in de morgen. Op naar de top! We moesten nog 5 km afleggen naar de top, maar wat waren die laatste kilometers mooi zeg. Vlak voor zonsopgang zijn we vertrokken, het was ijskoud en langzaam werd de berg verlicht door de opkomende zon. Het ijs stond gewoon nog op de planten en we waren heel blij toen de zon ons ook ging verwarmen. Binnen de kortste keren was het super heet en kon de fleecetrui uit. Het laatste stukje naar de top was echt klimmen en als eerste van die dag kwamen we daar aan! Wat een uitzicht!! Op heel heldere dagen moet je op de top beide oceanen kunnen zien, maar de wolken die er hingen waren juist super mooi dus zo erg vond ik het niet. Na een uur genieten was het rond 9uur toch echt tijd voor de terugtocht omdat we de bus terug naar San Isidro nog wilden halen. In het begin ging de afdaling langzaam omdat het zo steil was, maar daarna ging als een trein, sommige stukken zijn we echt bijna naar beneden gerend, maar toen begon de pijn aan onze knieen. Ik heb altijd gedacht dat bergen afdalen makkelijker was dan klimmen maar daar ben ik volledig op teruggekomen. Toen de pijn in onze knieen echt erg was moesten we nog meer dan 6 km afleggen en begon het ook nog eens te regenen (is niet voor niks een regenwoud natuurlijk). Vooral de laatste 2 km was echt afzien maar we hebben het gehaald, de bus helaas niet maar dat was ook veel te optimistisch. Nadat we 5 minuten hadden gezeten konden we echt bijna niet meer lopen gewoon, maar waren we wel echt trots dat we het in 2 dagen hadden gered. De dag erna begon de spierpijn al, dus hebben we de bus gepakt naar Uvita (strand!!). Hier hebben we een paar dagen lang gruwelijke spierpijn geleden (het heeft een week geduurd) maar konden ons na een dag weer enigszins verplaatsen. Op loopafstand van het hostel was weer een waterval dus daar zijn we gaan relaxen. Hier hebben we Rama, een Puertoricaanse surfinstructor, ontmoet die zojuist zijn moeder Costa Rica aan het laten zien was. We werden vrijwel meteen uitgenodigd om de volgende dag met hem, Courtney (zijn vriendin) en zijn moeder naar het strand te gaan en wat surfles te krijgen. Zo gezegd zo gedaan, en onze eerste surfles was een feit. Het ging ons beide goed af en binnen de kortste keren konden we alletwee al op het board staan. Hier werden we alleen een beetje te overmoedig van en gingen meteen grote golven proberen Dit resulteerde erin dat ik gruwelijk op mn plaat ben gegaan en mezelf goed heb bezeerd; mn arm gekneusd en vol met blauwe plekken (had al een hele mooie op mijn heupen van het dragen van mijn backpack op Chirripo). ´S avonds werden we ook meteen uitgenodigd voor een bbq samen allerlei mensen die we 1 minuut kenden in de supermarkt, was heel grappig om vervolgens uitgenodigd te worden om met Rama en de fam mee te gaan kamperen in Matapalo dichtbij het Corcovado national park. We konden alle kampeerspullen van Rama lenen en hebben geleerd wat het betekent om op zn Amerikaans te kamperen, mijn god die mensen nemen echt alles mee!! De hele huurauto was volgepakt, ieder gaatje was gevuld en de rest van de inboedel werd op het dak geknoopt en de boodschappen zaten er nog nieteens bij. Onderweg zijn we nog even gestopt omdat Rama wel een plekje wist waar krokodillen zaten. Wij dus de jungle in om te zoeken, schrikt Rama zich ineens dood (wij dus ook) omdat hij dacht dat er een krokodil vlak naast hem zat, niet dus, en we begonnen terug te rennen. Poging 2 ging wat beter en we hebben krokodillen gezien!! In het donker kwamen we aan op de kampeerplek op het strand, waar we al meteen werden gewaarschuwd voor alle gevaarlijke beesten die er leven (heel fijn in het donker). Toen de tenten stonden zijn we op een nighthike gegaan en hebben flink wat dieren gezien, oa miereneters, een armedillo, glow in the dark spinnen, andere grote spinnen en garnalen. De volgende occhtend konden we eigenlijk pas echt zien waar we aan het kamperen waren en het was echt heel gaaf. Als je even op het pad liep kon je 5 verschillende soorten apen zien, echt heel veel. Verder waren er heel veel scarlet macows (papegaaien), hebben we een luiaard gezien, pelikanen, dolfijnen, toecans, dieren waarvan in de naam nieteens weet en heeel veel krabben, dat is pas kamperen! Helaas zat het weer niet erg mee en hebben we veel regenen gehad. Ook werden we na 3 dagen naar mijn mening iets te veel betrokken bij alle familie problemen dus ik was blij toen we weer weg gingen en Bas en ik verder gingen Corcovado in. Rama zijn moeder was ondertussen zo erg aan ons gehecht geraakt dat ze in tranen uitbarste op het moment van afscheid.Omdat we niet veel dagen maar wilden verliezen hebben we maar een 1 daagse hike gedaan langs de kustkant van het park. Het was zeker de moeite waard! In dat park zit zo ontzettend veel wildlife dat het wel een dierentuin lijkt, buiten de dieren die we al hadden gezien hebben we ook een nosebear en zelf een tapir gezien, wat zijn die beesten groot zeg, net een kleine koe! We zijn zelfs op een meter afstand gekomen, ookal zijn het herbivoren ik was er toch goed bang voor.

En toen was het toch echt tijd om naar Panama te gaan! De reisdag naar David ging bovenverwachting soepel en we zitten er nu al 2 dagen, maar de volgende keer meer over Panama. Ik vond Costa Rica ook echt een prachtig land, maar het was jammer dat we heel veel dingen niet konden doen omdat het simpelweg te duur was. Wat dat betreft waren we verwend in Nicaragua. Tot op heden gaat alles hier nog helemaal perfect en wil ik nog steeds niet naar huis. Binnen nu en een uurtje vertrekken we naar Bocas del Toro, tropische eilanden!! dus wij vermaken ons wel.

Pura Vida!

Liefs Renee

ps: voor Bas zijn briljante schrijfstijl zie baszegers.reismee.nl

ps2:voor alles foto´s zie www.picasaweb.google.nl/b.zegers

It´s the island

Allereerst wil ik iedereen bedanken voor alle lieve reacties en mailtjes. Het is voor mij helaas niet mogelijk om iedereen te beantwoorden, maar ik vind het echt ontzettend leuk dat jullie allemaal zo geinterresseerd zijn in mijn avonturen.

Het is alweer 3 weken geleden dat we zijn begonnen aan de grote reis over land richting Corn Island. Vol goede moed hadden we de wekker gezet om de bus van 5 uur ´s ochtends te halen, hier ging het helaas al mis waardoor we ´pas´ om 7 uur in de bus zaten. Dit was opzich niet zo erg, alleen liepen we nu het risico dat we de ferry niet meer zouden redden en een paar dagen vast zouden zitten in Bluefields (een naargeestig drugsstadje aan de Carribische kust). 2 bussen en heel wat uren later kwamen we in el Rama aan om daar net de laatste boot te missen naar Bluefields en dus ook de ferry. Ik zag het al helemaal mis gaan maar gelukkig kwamen we er achter dat de lonely planet het toch niet altijd bij het rechte eind heeft: er ging ´s ochtendsvroeg nog een extra boot naar Bluefields waardoor we precies de ferry konden halen! En wat een bootreis was dat zeg! Om 5 uur ´s ochtends zijn we in het donker op zoekgegaan naar de panga (een soort motorbootje) die ons naar Bluefields zou brengen over de Rio Escondido. Toen we hier met zn allen in gepropt waren en vertrokken konden we genieten van de sunrise op de prachtige rivier. Alles was nog heel rustig en verlaten, echt een hele ervaring. En inderdaad we waren nog mooi op tijd voor de ferry die ons in 4,5 uur naar Big Cron Island heeft gebracht, de zee was gelukkig heel rustig waardoor we niet echt zeeziek zijn geworden, maar was blij toen ik weer aan land kon. Van verschillende mensen hadden we al gehoord dat Little Corn Island nog mooier was dan Big Corn, dus zijn we in één ruk doorgegaan (nog een panga) naar Litte Corn. Na 2 volle reisdagen kwamen we eindelijk aan in het paradijs! Helaas waren we niet de enige die dit briljante idee hadden waardoor we het hele eiland af hebben gestruind met onze backpacks op zoek naar een slaapplaats. De eerste nacht verbleven we in een weinig sfeervol hotel om de daaropvoglende dagen ons verblijf te upgraden naar een cementen strandhutje en vervolgens naar een heel schattig bamboehutje op het strand te verhuizen.

Op dag twee hebben we maar meteen een bezoekje gebracht aan de duikschool, waar 2 instructors werkten die we in Leon hadden ontmoet, en ons ingeschreven voor de open water dive course. Zoals de meeste van jullie wel weten ben ik alleen in het bezit van een A zwemdiploma, heb ik lichte watervrees en ben ik ongeveer de laatste persoon die vrijwillig onder water zou zwemmen, maar op een of andere manier was ik toch heel enthousiast geworden om mijn duikbrevette halen. Dat was maar goed ook want het is fantastisch om te duiken! Helaas konden we dat niet meteen ervaren en hebben we een hele dag door moeten brengen in een warm klaslokaaltje om alle inns en outs over duiken te leren aan de hand van super Amerikaanse video´s terwijl we vergezeld werden door een hele muggenkolonie. Wat wel leuk was was dat Kevin, een van de instructors uit Leon, onze duikinstructor werd. Deze Zuid Afrikaan vond het maar wat leuk om grappen te maken over stupid Dutchman. De 2e duikdag probeerde hij ons zo ver te krijgen om ons met weightbelt en al 10 minuten te gaan zwemmen, gelukkig waren we net niet naief genoeg. Dit resulteerde er wel in dat we hem niet geloofde toen hij zei dat er een enorme stingray onder ons zwom, wat dus wel waar was. Na een dagje skills oefenen (ik had zelf wat moeite met het onder water zwemmen) in het water was het eindelijk tijd voor een eerste echte duik. Ik vond het best wel spannend, vooral om mezelf achterover van zo´n boot af te laten vallen. In het begin had ik wat problemen met het klaren van mijn oren dus Kevin zwom naar me toe om me te helpen, na nog geen 10 meter afgedaald te zijn wijst hij achter me en zie ik ineens een haai zwemmen op 1 meter afstand. Eng!! Gelukkig was ons vantevoren verteld dat die haaien helemaal niet gevaarlijk zijn maar toch moest ik even slikken. Kevin was bang dat ik meteen in paniek zou raken en greep me meteen bij mn uitrusting maar dat was gelukkig niet zo haha. We hebben deze duik nog heel veel haaien gezien, prachtige beesten. Om onze PADI course af te ronden moesten we nog 3 andere dives doen en het meest onder de indruk was ik wel van de enorm grote eagle rays, deze roggen bewegen heel sierlijk en we hebben ze gezien van ongeveer een meter groot, het koraal en alle leuke gekleurde visjes. Na 4 lange dagen en een exam (waar ik uiteraard veel beter voor scoorde dan Bas

Wink
) waren we dan eindelijk in het bezit van ons duikbrevet, nu mogen we overal ter wereld zelf duiken tot dieptes van 18m.

Na deze 4 dagen van extreme inspanning (wat hebben wij het toch zwaar) hebben we maar besloten om nog wat langer te blijven om te genieten van het eiland. Little Corn Island is echt zo´n paradijselijk wit primitief palmbomen eiland met een azuurblauwe zee, geen auto´s )dus ook geen toeterende taxi´s) en weinig electriciteit. Als je op het strand zit komt er een local naar je toe om te vragen of je een kokosnoot wilt. Hij klimt dan voor je in de boom om een verse te plukken en maakt hem dan met zo´n enorm mes voor je open, echt fantastisch en nog lekker ook! Later hebben we van wat doorgewinterde Amerikanen waar we mee optrokken geleerd hoe je zelf je kokosnoot kan slachten met een paar stenen en een zakmes. Verder zijn we onze tijd doorgekomen met zwemmen, wandelen langs de prachtige stranden, rum drinken bij een enorm kampvuur op het strand, poolen (nieuwe competitie tussen Bas en mij en ik werd steeds beter)en eten. Het eten op het eiland was echt het beste eten van heel Nicaragua. Iedere avond hebben we voor een paar dollar vers gevangen vis, gamba´s of kreeft gegeten , lekker decadent! Wel interessant om te weten is dat de kreeftvissers hier gewoon zonder duikuitrusting op één adem naar dieptes duiken van 50m om de kreeften te vangen, terwijl ik met duikuitrusting na 10 meter als last had van mijn oren. De grootste fout die we hebben gemaakt is het vergeten van onze zaklamp. Als de zon onder is kom je nergens zonder je zaklamp want het is onmogelijk om je weg te vinden via de kleine onverlichte bospaadjes. Gelukkig zijn we die avond gered door een paar meiden die dezelfde kant uitmoesten anders hadden we mooi vast gezeten. Na een uurtje of 11 gaat zelfs de geringe verlichting op het eiland uit en hebben we de mooiste sterrenhemel ooit gezien, je kan gewoon de hele melkweg zien, duizenden en duizenden sterren en zelfs vallende sterren als je een beetje oplet (is mij dus niet gelukt). Om de jaloersheid een beetje in te perken kan ik vertellen dat ik ook 6 dagen lang last heb gehad van mn buik, maar dat is in zo´n omgeving best dragelijk zolang er maar een wc in de buurt is.

Ondertussen zitten we al weer lang en breed op Isla de Ometepe, een eiland dat bestaat uit twee vulkanen in het meer van Nicaragua en we vertrekken vanavond met de boot naar San Carlos om vanuit daar zo snel mogelijk de grens naar Costa Rica over te steken. Omdat dit verhaal al lang genoeg is zal ik jullie op een later tijdstip van alles hier op de hoogte stellen.

Kijk vooral nog even naar de foto´s van Corn Island http://picasaweb.google.nl/b.zegers

En naar de reislog van Bas http://baszegers.reismee.nl/

Hele dikke kus